Wist-Je-Dat-Woensdag: Van blokhut naar topclub (deel 2/3)
5 juni 2024 |Vandaag
deel twee van ons verslag over onze oude chalet/blokhut/skihut. Het gezelligste
clubhuis van Nederland, al zeggen we het zelf. Gelukkig zijn we niet de enigen
die dat vinden. Vandaar twee verhalen die ons gelijk bevestigen en
tegelijkertijd een prachtige uitleg geven hoe onze chalet eruit zag.
Daarnaast
vormde ons clubhuis decennialang de rode draad in al onze activiteiten. Denk
bijvoorbeeld aan:
A/B
Gala’s
Bridgedrives
C-kampen
D-kampen
Kampioenschappen
Lustrumavonden
Mister
Pinoké-verkiezingen
Mosselavonden
Playbackshows
Rock
en Roll-avonden (onder leiding van Roelant Oltmans)
Sinterklaas
Sixes
Sjoelavonden
Steekneuzentoernooien
Thé
Dansants (TD’s)
Goede
tenten, slechte tenten
Verder
dan met de verhalen over ons clubhuis. In de jeugdrubriek van het Hockey
Magazine van mei 1999 werd ons clubhuis uitgebreid beoordeeld. We scoorden een
verdienstelijke acht min.
De
foto, voor zover nog goed zichtbaar, is van de bovenbar vóór de verbouwing van
de bovenverdieping. Hierbij het verslag zoals deze in het Hockey Magazine
verscheen onder de naam ‘Goede tenten, slechte tenten’, waar clubhuizen door
heel Nederland beoordeeld werden.
‘Je
waant je even in de Oostenrijkse bergen, maar vanaf het balkon zie je geen
grazende koeien op een Alpenweide. In plaats daarvan heb je uitzocht op
kunstgrasvelden met dravende hockeyers. Het houten gebouw in het Amsterdamse
Bos is dan ook geen bergchalet, maar het clubhuis van Pinoké.’
‘En
dat ziet er wel even anders uit dan het onderkomen van hun grote buurclub,
vinden twee meiden uit de B2. "Amsterdam is een ongezellige betonnen blok, maar
dit is echt een gezellige blokhut.” En daar hebben ze gelijk in.’
‘Vooral
de bovenste verdieping ademt een gezellig sfeertje. Een barretje, open haard,
vaantjes en andere aandenken aan de muur en geweldig lelijke wagenwielen aan
het plafond met lampjes erop.’
‘Deze
ruimte gebruiken teams op zaterdag vooral om op hun gemak te verzamelen en
tactiek te bespreken. Of om door te nemen wie met wie is gegaan die
vrijdagavond. Als je genoeg hebt van de
roddels kan je via openslaande deuren het overdekte balkon op. Van daar heb je
goed zicht op het oude kunstgrasveld en het nieuwe waterveld.’
‘Deze
laatste mat heeft wel een nadeel, merkten we beneden aan de bar. Voor een
broodje kroket moet je namelijk maar liefst drie gulden neertellen. "Het nieuwe
kunstgras moet eruit”, verklaart Daniël, de barman uit de A2, de hoge prijs.’
Maar als onschuldige kroket-eter, die geen voet op het waterveld zet, verwacht
je voor die drie piek tenminste een Kwekkeboompje.’
‘Terwijl
onze bestelling in het vet ligt te sissen, kan Daniël ons gelijk wat meer
inlichtingen over zijn clubhuis geven. "Het meubilair mag wel vernieuwd
worden.” Hoe zijn de douches eigenlijk? "Ik heb hier nog nooit gedoucht. Maar
ik heb gehoord dat ze niet echt lekker zijn.”’
‘Lekker
of niet, de kleedkamers van Pinoké zijn het bewijs dat kleedkamers niet altijd
ongezellig hoeven te zijn (hoewel ze dat meestal wel zijn). In de kleedkamer
van de Amsterdamse club waan je je met een beetje fantasie in een Finse sauna.
In de Finse sauna van een Oostenrijkse blokhut. Eindcijfer: 8–.’
"De
‘TD’ in de Amstelveense skihut was misschien wel de beste van Nederland”
Om
de roemruchte feesten meer tot de verbeelding te laten spreken, volgt hier een
beschrijving van journalist Sander Collewijn die tijdens de Corona-pandemie
prachtige hockeyverhalen voor Hockey.nl schreef bij gebrek aan een actieve
hockeycompetitie.
Zo
beschrijft hij het clubhuis als volgt: "De skihut van de Steekneuzen was alles
wat we nu niet meer willen. Donker en smerig. […] Zowel het dak en het terras
op de eerste verdieping deden meer denken aan een après-skitent in Saalbach of
Val Thorens.” Met name overdag, op bijvoorbeeld de zaterdag, "was de geur in
het oude chalet niet altijd even prettig.”
Maar
ja, hoe kwam dat dan? Deze beschrijving is misschien wel de meest doeltreffende
beschrijving van de laatste vijftien jaar van Pinoké’s chalet.
"Met
duizend mensen opgepropt in de skihut was het één keer per maand wel Sodom en
Gomorra. […] Vanaf de dansvloer naar de bar lopen om zelf bier te bestellen –
hemelsbreed tien meter – duurde een half uur, waar je je eerst langs
kronkelende lichamen worstelde, om veel te lang aan de kleine bar te wachten,
om daarna hetzelfde loopje weer terug te maken, alleen nu met een grote kan
bier in je handen en glazen in je zakken, terwijl je tien keer werd
aangesproken en geduwd door tegenstanders, teamgenoten, ex-teamgenoten,
coaches, oud-coaches, scharrels en ex-scharrels, terwijl ze ondertussen vroegen
of je gewonnen had met hockey en of ze nog een sigaret konden bietsen.”
Kortom,
het was warm, donker, ietwat smerig, maar beregezellig. En dus "misschien wel
de beste TD van Nederland.” Lees vooral even het
gehele stuk na over "de skihut” en de "nieuwste clubhuizen die lijken op
showrooms van autodealers”.
Volgende week deel drie van "Van blokhut naar topclub”. Dan hebben we het over ons nieuwe clubhuis. De plek waar we vele successen hebben geboekt!